Sinds het begin van de metingen was er nooit eerder een maand zo heet als de voorbije maand juli. Dat meldt de Europese klimaatdienst Copernicus. Juli was wereldwijd gemiddeld 0,33 graad warmer dan de vorige recordmaand, juli 2019. Juli was ook 0,72 graad warmer dan het gemiddelde voor die maand tussen 1991 en 2020.
In de loop van juli werden meerdere delen van de wereld geteisterd door hittegolven, droogte en bosbranden. Onder meer in Zuid-Europa werden temperaturen tot boven de 45 graden gemeten en in de Amerikaanse stad Phoenix kwam de temperatuur dertig dagen lang elke dag boven de 43 graden. "Maar ook in Zuid-Amerika en op Antarctica werden temperaturen gemeten die ver boven het gemiddelde lagen", meldt Copernicus.
Als het gaat om de heetste jaren ooit gemeten, staat 2023 voorlopig op een derde plek, na 2016 en 2020. Maar de verwachting is dat 2023 later dit jaar alsnog bovenaan het lijstje kan komen te staan. Als gevolg van het natuurverschijnsel El Niño, dat leidt tot een opwarming van de Stille Oceaan, worden de komende maanden warmere temperaturen verwacht dan in de tweede helft van 2016 en 2020.
Eerder dit jaar werd juni ook al de heetste juni ooit gemeten. Die was toen ongeveer 0,5 graad warmer dan de gemiddelde temperatuur voor die maand tussen 1991 en 2020.
Ook records in de oceanen
Ook het zeewater was in juli warmer dan ooit. De Europese klimaatdienst Copernicus signaleert dat de temperatuur van het zeeoppervlak het hoogst was in de Noord-Atlantische Oceaan, en dan met name het deel van de oceaan dicht bij Europa.
De wereldwijde gemiddelde oceaantemperatuur lag ruim een halve graad boven wat gemiddeld was tussen 1991 en 2020. De Noord-Atlantische Oceaan was gemiddeld 1,05 graad warmer. "Deze hitterecords hebben ernstige gevolgen voor mensen en de planeet. Beiden worden blootgesteld aan steeds intensere extreme gebeurtenissen die vaker voorkomen", zegt adjunct-directeur Samantha Burgess van Copernicus.
Naast de hitterecords is er ook minder zee-ijs dan ooit in het Antarctisch gebied. Dat terwijl het daar juist winter is. Er ligt bovendien iets minder zee-ijs in het noordpoolgebied, maar bij lange na niet zo weinig als in juli 2020, toen het laatste record behaald werd.